Difference between revisions of "Kalmthoutse School"
Line 14: | Line 14: | ||
− | Isidoor Meyers (1836-1916) en Jacques Rosseels (1828-1912) waren verbonden aan de Academie van Dendermonde maar zij kenden vooral Antwerpse schilders uit de kring Als Ik Kan*. Samen met Adriaan-Jozef Heymans (1839-1921) gingen ze schilderen in Kalmthout. In die kring begon ook Franz Courtens (1854-1953) te werken en liet het krachtige licht vrije loop in zijn werk. Ook hier komen kleinere artiestendorpen in de belangstelling, Wechelderzande - waar ook Flor Crabeels (1829-1896) en later Henry Van de Velde (1863-1957) kwamen schilderen - en Mol, met Jakob Smits (1856-1928) e.a. | + | [[Isidoor Meyers]] (1836-1916) en Jacques Rosseels (1828-1912) waren verbonden aan de Academie van Dendermonde maar zij kenden vooral Antwerpse schilders uit de kring Als Ik Kan*. Samen met Adriaan-Jozef Heymans (1839-1921) gingen ze schilderen in Kalmthout. In die kring begon ook Franz Courtens (1854-1953) te werken en liet het krachtige licht vrije loop in zijn werk. Ook hier komen kleinere artiestendorpen in de belangstelling, Wechelderzande - waar ook Flor Crabeels (1829-1896) en later Henry Van de Velde (1863-1957) kwamen schilderen - en Mol, met Jakob Smits (1856-1928) e.a. |
Revision as of 11:17, 23 October 2006
Nice art from these artists can be found here
works
info
Tijdens hun verblijf in Parijs, tussen 1855 en 1858, hadden Isidoor Meyers en Adrien Joseph Heymans de Franse Barbizon-schilders leren kennen en was daar hun weerstand tegen het formele academisme in de landschapschilderkunst gegroeid.
Terug in België, gingen ze werken in de omgeving van Kalmthout en Wechelderzande, in de Antwerpse Kempen.
Ook andere kunstenaars, als Theodore Baron, Jacques Rosseels en Florent Crabeels kwamen hun inspiratie zoeken in de weidse natuur tussen de Kempische vennen, duinen en bossen.
Omheen deze groep ontstond de Kalmthoutse School, ook de Grijze School genoemd. Het was nooit een opzettelijk gestructureerde stijlbeweging, alhoewel de overwegend grijze tonaliteiten het kenmerk waren van dit Vlaamse pleinairisme.
Isidoor Meyers (1836-1916) en Jacques Rosseels (1828-1912) waren verbonden aan de Academie van Dendermonde maar zij kenden vooral Antwerpse schilders uit de kring Als Ik Kan*. Samen met Adriaan-Jozef Heymans (1839-1921) gingen ze schilderen in Kalmthout. In die kring begon ook Franz Courtens (1854-1953) te werken en liet het krachtige licht vrije loop in zijn werk. Ook hier komen kleinere artiestendorpen in de belangstelling, Wechelderzande - waar ook Flor Crabeels (1829-1896) en later Henry Van de Velde (1863-1957) kwamen schilderen - en Mol, met Jakob Smits (1856-1928) e.a.
MEYERS Isidore
Antwerpen 1836 - Brussel 1916
Impressionistisch schilder van landschappen. Behoort met A.J. Heymans en J. Rosseels tot de progressief georiënteerde landschapschilders van de School van Kalmthout. Vanaf zijn veertiende, opleiding aan de Academie van Antwerpen (J. Jacobs). Is bevriend met A.-J. Heymans en verblijft met hem in Parijs (1855-58). Daar maakt hij kennis met o.m. C. Corot en Ch. Daubigny. Is eveneens bevriend met J. Rosseels. Schildert het heidelandschap in Kalmthout en Wechelderzande. Stelt in 1860 voor het eerst, in Brussel tentoon, met werk tussen romantisme en realisme. Evolueert naar een losse factuur en schildert met een kleurrijk en fris koloriet en een krachtige penseelvoering. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de School van Dendermonde. Leraar aan de Academie van Dendermonde (1865). Bezoekt Denemarken (1867), Schotland (1871) en Duitsland (1872). Vestigt zich in 1872 in Hamme (Driegoten), na zijn huwelijk in Buggenhout en in 1889 in Brussel. Vindt zijn inspiratie vooral langs de Schelde tussen Baasrode en Weert. Retrospectieve in 1898 in Dendermonde. Werk in de Musea van Antwerpen, Brussel en Verviers. [De Roos]
ROSSEELS Jacques
Antwerpen 1828 - 1912
Landschapschilder. Voorloper van het impressionisme in Vlaanderen. Opleiding aan de Academie van Antwerpen 1842-49, E. Dujardin, J. Jacobs) en bij H. Van der Poorten (1845). Ontmoet in 1861 in Kalmthout I. Meyers, A.-J. Heymans en T. Baron, de grondleggers van de School van Kalmthout. Werkt in Genk (1850-52); reist naar Zwitserland en Italië (1853) en werkt van 1858 tot 1865 quasi onafgebroken in de Kempen, waar hij ook later nog werkt, o.m. in Wechelderzande Hij breekt met de picturale opvattingen van de romantische landschapschildering. Met I. Meyers ligt hij aan de basis van de School van Dendermonde. Onder zijn directoraat (1865-1901) wordt de Academie van Dendermonde een van de meest vooruitstrevende kunstscholen van ons land. De erkenning blijkt o.m. uit zijn aanstelling tot adjunct-inspecteur (1882) en hoofdinspecteur van de Vlaamse Academies (1895). Werk in de Musea van Antwerpen, Brussel, Gent en Luik.
HEYMANS Adrien-Joseph
Antwerpen 1839 - Schaarbeek 1921
Luministisch landschap- en genreschilder en aquarellist. Opleiding aan de Academies van Antwerpen (J. Jacobs) en Brussel, maar hoofdzakelijk autodidact. Verblijft van 1855 tot 1858 in Parijs en heeft er contact met Th. Rousseau, C. Corot, F. Daubigny en J.-F. Millet, die hem aanvankelijk hebben beïnvloed. Na zijn terugkeer uit Frankrijk introduceert hij de Barbizonvisie in ons land. Bij zijn eerste tentoonstelling, op het Brussels Salon van 1860, is zijn hang naar meer licht en kleur duidelijk merkbaar. Reeds in het begin van de jaren 60 kondigt zijn werk het luminisme aan. Hij werkt hoofdzakelijk in de Antwerpse Kempen en vormt er samen met o.m. I. Meyers, F. Crabeels en J. Rosseels de Kalmthoutse school, waarvan hij de geestelijke leider is. Legt ook de basis van de School van Dendermonde. Hij vestigt zich in 1869 in Brussel, ontmoet er vaak T. Baron en speelt er later in diverse kunstkringen een vooraanstaande rol. Lid van de Société libre des Beaux-Arts. Stelt in Brussel eveneens met De XX, La Libre Esthétique en Voorwaarts tentoon. Is medeoprichter, met o.m. E. Claus, van Vie et Lumière (1904) en van Kunst van Heden (1905). In de jaren negentig experimenteert hij met het neo-impressionisme en legt hij de nadruk op de ritmiek van de penseeltrekken en op atmosferische effecten. Vestigt zich in 1890 opnieuw in Kalmthout. Keert tijdens zijn laatste jaren terug tot het realisme, maar met een helderder palet en een brede penseelstreek. Werk in de Musea van Antwerpen, Brussel en Gent.
see also Casimir Heymans